23 juli 2013

Koninklijke Kreeft, op de valreep van Leeuw

Zo, hij is eruit. De nieuwe Britse troonopvolger. Wat nou zo wonderlijk is, is dat ik mij de geboorte van zijn vader William nog goed kan herinneren. En in de archieven ligt nog ergens een dik plakboek met plaatjes van zijn oma.

Doet me een beetje denken aan de families in de volksbuurt waar mijn oom en tante vroeger woonde. Tussen twee bezoeken door kon het bewonertal in het pand van de buren zich zo maar hebben verdubbeld. Er was altijd wel een meisje zwanger wiens moeder nog niet oud genoeg leek om te stemmen.

Het Koninklijke Knulletje moet nog een naam. Op het moment van schrijven is die nog niet bekend. 'James' doet het goed in de gokwinkels. Net als 'George'. Ik zou hem 'Arthur' noemen, de naam die Charles eigenlijk aan William wilde geven. Wie wil er niet King Arthur zijn?

Zo ver ik weet zijn er in totaal vijf vorsten geweest in de geschiedenis van de Engelse troon met een unieke naam (Pointless knowledge!). De rest heeft er allemaal een nummer achter, zoals Elizabeth II. Dat lijkt me toch ook wel weer cool. Moet je wel oppassen wanneer ze je leven willen verfilmen. In de titel van de film 'The Madness of King George' hebben ze III weggelaten om te voorkomen dat het publiek dacht deel I en II te hebben gemist.

Maar goed, een klein Kreeftje dus, op de valreep van Leeuw. Nu moet ik nog alle sterrenbeelden van alle Engelse vorsten uit mijn hoofd leren. Dat zou pas echt goeie Pointless knowledge zijn. Ga ik meteen werk van maken.

19 juli 2013

Chagrijnig

Gister was ik eerst helemaal jipperdepippie want ik had gezien dat je maandrente van soms wel 4% kunt krijgen op een deposito. Voor vier hele uren lang dacht ik dat het betekent dat ik elke maand 4% op mijn volledige spaargeld zou ontvangen.

Wat zeurt iedereen toch over die economie? dacht ik vrolijk toen ik een nieuwe badkamer uitzocht.

X. belde en ik vertelde hem het goede nieuws. Halverwege mijn verhaal besefte ik mijn denkfout.

Die maandrente moet door twaalf gedeeld. O ja. Zucht, balen. Was meteen chagrijnig, natuurlijk.

Hoe dan ook, vandaag heb ik genetwerkt (is dit eigenlijk wel een werkwoord?). Ik doe dat anders nooit, netwerken. In mijn beleving is het iets voor mannen in pak met te strakke stropdas. Maar vanmiddag ging het per ongeluk.

Ik zat op een terras en sprak een meneer die een interessante baan heeft bij een leuk bedrijf. Ik heb hem honderduit gevraagd en voor ik het wist zei ik dingen als: 'lijkt me leuk om contact te houden'. En: 'denk de volgende keer maar aan mij als je nog eens zo'n klus hebt'.

Kwam het door de drank dat ik zo progressief was en hij zo aardig? Het is gebeurd, water onder de brug, de woorden zijn gesproken, de gegevens zijn uitgewisseld. Soms wou ik dat ik de film nog een keer kon terugdraaien. Mijn onhandigheid wegpoetsen. Maar misschien had ik het dan helemaal niet gezegd. Nou ja, mijn chagrijn is minder dan gister. En toch erger ik mij aan alles en iedereen. Moet je nagaan hoe chagrijnig ik gister was.

12 juli 2013

De puzzel klopt niet

Vroeger als ik iets geks in de krant las, dan dacht ik: 'hoe hebben die mensen het zo ver kunnen laten komen?' Je weet wel, verhalen over fraude, of knoeierij. 'Dat zal mij nooit overkomen,' dacht ik dan. Tegenwoordig, sinds gisteravond eigenlijk, weet ik wel beter.

Gisteravond was de tweede sessie met mijn coach. Vol goede moed ging ik bij de theezakjes zitten. De smaken die ik dit keer wilde gebruiken, had ik al bedacht. Als een puppy die alles wil doen wat het baasje zegt, zat ik klaar om de opdrachten van mijn coach uit te voeren.

Ze vroeg mij om op de bank te gaan liggen in een comfortabele houding. Een andere aanpak dan de vorige keer, dacht ik teleurgesteld, maar desondanks ging ik op mijn zij liggen, met mijn knieën een beetje opgetrokken zodat mijn voeten niet over de rand van de leuning hingen. Ik moest ontspannen, zei ze. Dat ging goed tot het moment dat ze vlak naast me kwam zitten en mijn hoofd op haar been legde.

'Oh my god! OMG!' dacht ik maar zei niets. Ik liet haar over mijn haren strijken en tegen mij praten alsof ik een baby was. 'Ontspan maar,' zei ze. 'Ja, goed zo.'

Misschien is ze in de war, dacht ik. Misschien ziet ze mij aan voor een andere cliënt die zich heeft aangemeld voor rebirthing. Geen gekke gedachte, verleden keer kwam ze behoorlijk chaotisch over. Moet ik nu mijn grenzen aangeven? dacht ik ook nog terwijl ik als een plank lag te wachten tot ze stopte.

Na een eeuwigheid stond ze op en zei: 'Laten we dit maar niet bespreken, de uitwerking merk je later pas.' We hebben geen vervolgsessie gepland, ik mag over een week of drie aangeven of ik daar nog behoefte aan heb.

Als ik het niet zo onbeleefd vond, had ik mijn spullen bij elkaar gegrist en was ik weggehold. Maar zelfs dat deed ik niet.

X. is vandaag niet aanspreekbaar omdat de Volkskrant puzzel niet klopt. De omschrijvingen horen niet bij de afgedrukte diagram. Dat is nou precies hoe ik me voel.

7 juli 2013

Vakantieherinneringen

Als je gevraagd wordt om een lift naar Schiphol te geven, vergeet dan niet te vragen hoe laat de vlucht gaat. Mijn ouders moesten vanmorgen met de eerste vlucht uit Amsterdam. Toen ik in de auto stapte, had ik geslapen, was ik met de volgende dag begonnen, terwijl de jongens en meisjes in de stad net het avondje stappen aanvingen. Twee parallelle universums in dezelfde straat.

'Er is gister een vliegtuig neergestort,' fluisterde ma in de auto. Pa lag al weer te snurken op de achterbank. Zij had de hele nacht nog geen oog dicht gedaan.

'Geen zorgen ma, vliegen is nog steeds heel veilig,' zei ik terwijl er een dure auto met 300 km/u voorbij raasde.

'En je vader wil daar een scooter huren,' zei ze.

'Leuk idee, toch?'

'Je weet hoe hij is,' zei ze, de handtas stevig tegen haar buik drukkend.

Mijn herinneringen aan de vakantie vroeger in een notendop. Ma die zich van te voren altijd druk  maakte. Om alles. 'Het is vakantie, ma. Je mag genieten,' zei ik.

Ik geloof niet dat ze het hoorde, ze zat met haar hoofd in haar tas voor de zoveelste keer de paspoorten en de tickets te zoeken.

Op Schiphol zag ze witter dan wit. 'Ik ben vergeten de voordeur op slot te doen,' zei ze. 'Ik weet het zeker. En het gas vergeten uit te draaien. En de planten,' ze stond bijna te huilen.

Gelukkig was pa uitgeslapen. 'Ben gaat het controleren,' zei hij. 'Wij gaan nu de lucht in. Zeg maar "dag Ben",' hij knipoogde naar mij. Als een mak schaap liep ma naar de douane.

Daarnet belde ze op. Ze zijn veilig geland, vertelde ze, en hebben de buurt al verkend. Het hotel voldoet aan alle dromen, het uitzicht is mooi, en het eten fantastisch. 'Morgen huren we een scooter,' riep ze enthousiast. 'Het is hier heerlijk.'

'Voorzichtig, hoor,' zei ik. Maar ze had al opgehangen.

28 juni 2013

Alles is mogelijk

Alles is mogelijk. Dat is wat ik mijzelf probeer wijs te maken. Alles is mogelijk, ook nu mijn droombaan niet doorgaat. Alles is mogelijk, juist nu ik ben afgewezen.

Bus gemist, niet mijn bus.

'Niet te veel denken', mijn favoriete quote uit een brief van een Nederlandse dwangarbeider in Duitsland tijdens WO-II. Nee, natuurlijk is mijn situatie niet net zo erg. Weet ik heus wel.

De hele wereld gaat op vakantie, is aan het inpakken of streept de laatste dagen voor het verlof door op de bureaukalender. Ik verzamel de voordeursleutels van buren en kennissen, verzorg de post, knuffel de katten. De stad stroomt leeg, wordt alleen nog bevolkt door achterblijvers zoals ik en de busladingen toeristen die elke dag de weg naar het museum vragen.

Alles is mogelijk. Een wandeling langs de Amstel met een mooie zonsondergang. Alles is mogelijk. Een wereld zonder Hans, Griezel en Cruella. Alles is mogelijk.

Kijk, een wolk in de vorm van een hart.


22 juni 2013

Sollicitatie tijger

Ik kreeg ingefluisterd dat er elders in de stad een interessante baan is. Een droombaan. Zo'n plek waar je sexappeal toeneemt alleen maar omdat je kan zeggen dat je daar werkt. Op loopafstand van huis, prima arbeidsvoorwaarden, part-time verplicht en bevolkt met linkse creatievelingen.  

Solliciteren gaat veel sneller dan vroeger. Niet meer de handgeschreven brief, keurig opgevouwen in een envelop met de postzegel zoveel millimeter van de rand geplakt, op de bus doen en dan maar wachten. Het gaat tegenwoordig via de mail en als je geluk hebt word je de volgende dag al gebeld voor een afspraak. Nooit geweten dat ik zo'n bofkont was.

En dan wordt duidelijk dat de onbestendige geur in de kledingkast van het pak komt dat hangt te wachten op begrafenissen en sollicitatiegesprekken. Een buslading aftershave verder blijkt de broek enigszins nog te passen, maar het jasje niet meer dicht te gaan. Dan pas ontstaat er echte paniek.

Een pak moet aan allerlei eisen voldoen. Een belastingformulier invullen heeft nog minder regels. De pijpen mogen niet te wijd, niet te lang. Het boordje niet te hoog (bij een 'rijke' nek) en niet te strak. Sokloos schijnt te mogen, anders moet de kleur van de sok overeenstemmen met de schoen. En als klap op de vuurpijl moet het pak ook nog comfortabel zitten, niet trekken noch wijken. Het heeft een groot gedeelte van een hele dag geduurd voordat ik met mijn plastic tasje aan het stuur naar huis fietste.

En oh moeder wat was het heet op de dag van het gesprek. De warmste dag van het afgelopen millennium. Ik had net zo goed met jas en sjaal in de sauna kunnen gaan zitten. In ieder geval weet ik nu dat het klassieke stofje gaat schuren boven een bepaalde temperatuur. Want zo'n pak koop je voor alle seizoenen (tenminste ik wel).

Door oververhitting weet ik niet meer precies wat ik heb gezegd. Lijkt me goed, want ik was vergeten hoe afgrijselijk zo'n sollicitatiegesprek is. Ik voelde mij net Liza Minelli in Caberet. Als ik word afgewezen zou het mij niet verbazen als overacting de reden was in plaats van gebrek aan competentie.

En nu wachten. Want dat is niet veranderd met vroeger. Misschien komt er een tweede gesprek. Ik durf het niet te hopen. Af en toe schiet er een zin binnen, die ik tijdens het gesprek heb gezegd. 'Ahh!' roep ik dan hardop en bonk met mijn vuisten tegen mijn hoofd. Ik zet alvast de wijn koud. Vanmiddag is het aperitief wat eerder dan normaal. 

14 juni 2013

Piet/Paul is niet Pim

Heb jij dat wel eens? Dat je jezelf een afschuwelijk mens voelt? Ik weet niet, alsof ik een ontmaskerde acteur ben die helemaal niet zo aardig blijkt als hij zich voordoet. De oorzaak ligt in mijn slechte geheugen en dan vooral voor 1-lettergreep-namen: Piet, Paul, Pim. Het zijn klanken die het ene oor ingaan en het andere weer uit. Hoe aardig en interessant Piet, Paul of Pim ook is. Het wil bij mij niet blijven hangen.

Dus ik zeg vandaag tegen de receptionist van de sportschool, op mijn vriendelijkst want die mensen moet je te vriend houden: 'ik wil mijn afspraak met Paul van overmorgen verzetten naar volgende week.'

'Piet,' verbetert de receptionist mij zonder te lachen. 'De hele volgende week zit hij vol.'

Ik probeer tegelijkertijd aardig en verontschuldigend te kijken. 'En de week daarna?' vraag ik.

'Ook vol,' zegt de receptionist.

Op dat moment komt Piet aanlopen, herkent mij en knipoogt. Daar kan ik heel dankbaar voor zijn. Door geruststelling overmeesterd, zeg ik met mijn grappig-bedoelde, harde theaterstem: 'Ach, wat is die Paul toch populair!'

'Piet,' verbetert de receptionist mij zonder te lachen. Piet is al weer uit beeld, zwaar beledigd ongetwijfeld, mijn ondergang aan het regelen bij zo'n meneer die de hele dag aan gewichten trekt.

Ik mompel iets van 'laat de afspraak maar staan dan' en loop weg.

'Wat als Piet/Paul nou boos is?' vroeg ik aan X.

'Dan is dat maar zo,' zei hij.

Het liefst ging ik emigreren. Naar België, Frankrijk, maakt niet uit, zolang ik niet onder de mensen hoef te komen. En dan hebben de buren ook nog een feestje in de tuin waarbij heel erg hard gelachen en gepraat wordt. Is er nog wijn?

Gott nytt år

Uiteindelijk is het niet te doen, besloot ik. De verwachtingen zijn te hoog. Na maanden afwezigheid, kun je maar beter gewoon weer beginnen....