28 juni 2013

Alles is mogelijk

Alles is mogelijk. Dat is wat ik mijzelf probeer wijs te maken. Alles is mogelijk, ook nu mijn droombaan niet doorgaat. Alles is mogelijk, juist nu ik ben afgewezen.

Bus gemist, niet mijn bus.

'Niet te veel denken', mijn favoriete quote uit een brief van een Nederlandse dwangarbeider in Duitsland tijdens WO-II. Nee, natuurlijk is mijn situatie niet net zo erg. Weet ik heus wel.

De hele wereld gaat op vakantie, is aan het inpakken of streept de laatste dagen voor het verlof door op de bureaukalender. Ik verzamel de voordeursleutels van buren en kennissen, verzorg de post, knuffel de katten. De stad stroomt leeg, wordt alleen nog bevolkt door achterblijvers zoals ik en de busladingen toeristen die elke dag de weg naar het museum vragen.

Alles is mogelijk. Een wandeling langs de Amstel met een mooie zonsondergang. Alles is mogelijk. Een wereld zonder Hans, Griezel en Cruella. Alles is mogelijk.

Kijk, een wolk in de vorm van een hart.


22 juni 2013

Sollicitatie tijger

Ik kreeg ingefluisterd dat er elders in de stad een interessante baan is. Een droombaan. Zo'n plek waar je sexappeal toeneemt alleen maar omdat je kan zeggen dat je daar werkt. Op loopafstand van huis, prima arbeidsvoorwaarden, part-time verplicht en bevolkt met linkse creatievelingen.  

Solliciteren gaat veel sneller dan vroeger. Niet meer de handgeschreven brief, keurig opgevouwen in een envelop met de postzegel zoveel millimeter van de rand geplakt, op de bus doen en dan maar wachten. Het gaat tegenwoordig via de mail en als je geluk hebt word je de volgende dag al gebeld voor een afspraak. Nooit geweten dat ik zo'n bofkont was.

En dan wordt duidelijk dat de onbestendige geur in de kledingkast van het pak komt dat hangt te wachten op begrafenissen en sollicitatiegesprekken. Een buslading aftershave verder blijkt de broek enigszins nog te passen, maar het jasje niet meer dicht te gaan. Dan pas ontstaat er echte paniek.

Een pak moet aan allerlei eisen voldoen. Een belastingformulier invullen heeft nog minder regels. De pijpen mogen niet te wijd, niet te lang. Het boordje niet te hoog (bij een 'rijke' nek) en niet te strak. Sokloos schijnt te mogen, anders moet de kleur van de sok overeenstemmen met de schoen. En als klap op de vuurpijl moet het pak ook nog comfortabel zitten, niet trekken noch wijken. Het heeft een groot gedeelte van een hele dag geduurd voordat ik met mijn plastic tasje aan het stuur naar huis fietste.

En oh moeder wat was het heet op de dag van het gesprek. De warmste dag van het afgelopen millennium. Ik had net zo goed met jas en sjaal in de sauna kunnen gaan zitten. In ieder geval weet ik nu dat het klassieke stofje gaat schuren boven een bepaalde temperatuur. Want zo'n pak koop je voor alle seizoenen (tenminste ik wel).

Door oververhitting weet ik niet meer precies wat ik heb gezegd. Lijkt me goed, want ik was vergeten hoe afgrijselijk zo'n sollicitatiegesprek is. Ik voelde mij net Liza Minelli in Caberet. Als ik word afgewezen zou het mij niet verbazen als overacting de reden was in plaats van gebrek aan competentie.

En nu wachten. Want dat is niet veranderd met vroeger. Misschien komt er een tweede gesprek. Ik durf het niet te hopen. Af en toe schiet er een zin binnen, die ik tijdens het gesprek heb gezegd. 'Ahh!' roep ik dan hardop en bonk met mijn vuisten tegen mijn hoofd. Ik zet alvast de wijn koud. Vanmiddag is het aperitief wat eerder dan normaal. 

14 juni 2013

Piet/Paul is niet Pim

Heb jij dat wel eens? Dat je jezelf een afschuwelijk mens voelt? Ik weet niet, alsof ik een ontmaskerde acteur ben die helemaal niet zo aardig blijkt als hij zich voordoet. De oorzaak ligt in mijn slechte geheugen en dan vooral voor 1-lettergreep-namen: Piet, Paul, Pim. Het zijn klanken die het ene oor ingaan en het andere weer uit. Hoe aardig en interessant Piet, Paul of Pim ook is. Het wil bij mij niet blijven hangen.

Dus ik zeg vandaag tegen de receptionist van de sportschool, op mijn vriendelijkst want die mensen moet je te vriend houden: 'ik wil mijn afspraak met Paul van overmorgen verzetten naar volgende week.'

'Piet,' verbetert de receptionist mij zonder te lachen. 'De hele volgende week zit hij vol.'

Ik probeer tegelijkertijd aardig en verontschuldigend te kijken. 'En de week daarna?' vraag ik.

'Ook vol,' zegt de receptionist.

Op dat moment komt Piet aanlopen, herkent mij en knipoogt. Daar kan ik heel dankbaar voor zijn. Door geruststelling overmeesterd, zeg ik met mijn grappig-bedoelde, harde theaterstem: 'Ach, wat is die Paul toch populair!'

'Piet,' verbetert de receptionist mij zonder te lachen. Piet is al weer uit beeld, zwaar beledigd ongetwijfeld, mijn ondergang aan het regelen bij zo'n meneer die de hele dag aan gewichten trekt.

Ik mompel iets van 'laat de afspraak maar staan dan' en loop weg.

'Wat als Piet/Paul nou boos is?' vroeg ik aan X.

'Dan is dat maar zo,' zei hij.

Het liefst ging ik emigreren. Naar België, Frankrijk, maakt niet uit, zolang ik niet onder de mensen hoef te komen. En dan hebben de buren ook nog een feestje in de tuin waarbij heel erg hard gelachen en gepraat wordt. Is er nog wijn?

7 juni 2013

Opvoeding volgens een stuurman aan de wal


Het is makkelijker gezegd dan uitgelegd. Op zich heb ik niets tegen kinderen. Ik ben er vroeger ook een geweest. Het is alleen dat ik het niet altijd eens ben met hoe ze worden opgevoed. Vrienden van X. en mij hebben een meisje. Heel jong, ik geloof dat ze drie is. Ze wordt heel beschermd opgevoed, als een zeldzame orchidee. De kinderopvang is te vies voor haar, te veel bacteriën. Daarom zijn er oppasmoeders, streng uitziende mevrouwen die het meisje geen seconde uit het oog mogen verliezen. En dan is ze ook nog hoogbegaafd, denken de ouders. Ze kan namelijk veel dat andere kinderen op die leeftijd nog niet kunnen. Behalve haar speelgoed delen en samenspelen, want dat leert niemand haar.

Hoe zal dat gaan, vraag ik mij af, als ze straks vijf is en iedereen van haar leeftijd kan lezen en schrijven. Hoe hard zal ze dan moeten werken om de sticker 'bijzonder' te blijven verdienen? Arm kind met zulke ouders. Arm kind met zulke ouders met zulke vrienden die daar niets van durven zeggen. Ik dorst dat niet. Als kinderloze een opmerking maken over de opvoeding van iemands kinderen is bijna net zo gevaarlijk als een opmerking maken als rijbewijs-loze over iemands rijstijl. Of überhaupt een opmerking maken over iemands rijstijl. Dat doe je alleen als je echt zin hebt in bonje.

Ik denk veel aan dat arme kind. Ik wil haar zo graag redden.

'Red jezelf,' zegt X.

Dat zal het zijn. Ik herken mijzelf in het kind. Hulpeloos en aan de goden overgelaten.

Beter is het om niet te veel na te denken. Gewoon maar in de tuinstoel te zitten. Naar Sam en Dave kijken die liggen te slapen in de avondzon. Straks gaan ze op pad. Elke nacht zijn ze weg. Overdag slapen ze. Dat zijn mijn kinderen, denk ik. Sam kijkt op, met een verwijtende blik. Of toch zen-meesters? voeg ik snel toe aan mijn gedachten. Sam knijpt zijn ogen weer dicht. Dat zal het zijn dan. Zen-meesters, en niet eens van mij.

Gott nytt år

Uiteindelijk is het niet te doen, besloot ik. De verwachtingen zijn te hoog. Na maanden afwezigheid, kun je maar beter gewoon weer beginnen....