13 september 2015

Op de bank met de krant

Al die vluchtelingen in Europa. Al die nieuwe ideeën, dromen, verwachtingen. Zou dit het zijn? Zo'n moment in de geschiedenis dat een verandering plaatsvindt waarna nooit meer echt teruggekeerd kan worden naar hoe het was.

We zullen het pas achteraf weten. Soms lees ik wel eens kranten uit de Tweede Wereldoorlog. Wat later een belangrijke ontwikkeling in het strijdtoneel bleek, kreeg in de tijd dezelfde aandacht als de dagelijkse beslommeringen waar nu geen haan meer naar kraait. Op 6 juni 1944 was er een trekking van de Staatsloterij, ik bedoel maar.

Sowieso is de krant een mal medium. In de editie van gister las ik de hoopvolle koppen over de kansen van Dumoulin terwijl hij op de televisie achter mij een hopeloze achterstand opliep ten opzicht van zijn concurrent (wiens naam ik even ben vergeten).

Als het sportkatern zo achterloopt, hoe zit dat dan met de boekenbijlage? Is dit nog steeds het debuut van dit moment? Soms bekruipt mij weleens het gevoel dat de krant één grote advertentie is van meningen. Als ik niet oppas, zou ik verzanden in gedachtes over realiteit en de onmogelijkheid om die objectief te communiceren.

Gelukkig krijgt Mark bijstand van de hoofdredacteur van Esquire voor het dragen van een hoodie.

Overigens als de inhoud van de krant een knip voor de neus waard is, kan ik melden dat onderzoekers bewijs hebben gevonden dat een blauwe plek net zo'n pijn doet als sociale afwijzing. Namelijk, in beide gevallen is dezelfde regio in je brein actief. Dat doet mij weer denken aan de juf op de sportschool gister. Ik was de enige sukkel die zich meldde voor een Bodystep les. Natuurlijk wilde ik er onderuit. Teveel aandacht van een juf maakt mij erg verlegen. Maar ze was zo overduidelijk teleurgesteld over de lage opkomst dat ik ben gebleven.

Ik kan nu empirisch vaststellen dat spierpijn zeer doet. Voorlopig speelt de rest van de zondag op de bank af.

30 augustus 2015

Wat zou Dafne doen?

De sportwereld is niets voor mij. Ik heb het altijd al wel vermoed, maar sinds dit weekend weet ik het zeker.

In de sportwereld word je voortdurend beoordeeld. Kijk maar naar Kiki. Het mens heeft zich drie keer in de rondte getennist om een plek in het hoofdtoernooi van de US Open te verdienen, en krijgt dan van een oud-collega te horen dat ze te zwaar is. Daar moet je tegen kunnen als sporter. Ik niet. Ik zou hem met een korte, ferme dropshot op zijn hoofd hebben geslagen.

Ook word je in de sportwereld rücksichtslos in hokjes gedeeld. Zoals oud-atletiekcoach Henk Kraaijenhof. Volgens hem zijn er drie soorten mensen: buigers, brekers of bloeiers.

Dafne is een bloeier. Ik heb het niet opgezocht, maar ik denk dat het betekent dat ze een doorzetter is. Na haar Gouden Race voelde ze zich  misselijk en draaierig. Zij schijnt namelijk de noodsignalen van haar lichaam te negeren wanneer puntje bij paaltje komt.

Ik ben een buiger, zo blijkt uit een bezoek aan Albert H.

De self-scanner weigerde de streepjescode van een aantrekkelijk biertje te herkennen. Na twee keer het teleurstellende bericht 'onbekende code' op het scherm van de scanner te hebben gelezen, heb ik het opgegeven. Het biertje ging weer terug op de schappen. 'Dan niet,' dacht ik.

Wat zou Dafne hebben gedaan? Daar ga je al. Atleten drinken geen bier, vrees ik. Maar stel van wel, dan had ze vast opgebloeid bij de uitdaging om een onbekende code af te rekenen bij de kassa.

Ik bewonder Dafne wel een beetje. Ze is piepjong en toch heeft ze al een carrière van meerkampster achter de rug. Nu wacht haar een gouden toekomst als sprintster. Haar Duitse manager heeft haar ook in een hokje geduwd. Volgens hem is ze een 'Jahrhundert-talent'. Een talent dat zich 1 keer in de honderd jaar laat zien.

De rest van de wereld moddert voort. Ik heb al een schriftje aangeschaft voor mijn schrijfavontuur. Nu is het wachten op inspiratie.

Gelukkig hadden de andere biertjes wel een herkenbare streepjescode.

15 augustus 2015

Het begin van een mysterie

Ik woon dus in een dorp tegenwoordig. Dan kun je met goed fatsoen niet meer masturberen in het openbaar.

Alle gekheid op een stokje, en even voor de duidelijkheid, dat soort dingen doe ik niet. Maar het verhaal van die Rotterdammer in de trein naar Breda heeft mij wel aan het denken gezet.

Ik denk dat het een bijverschijnsel is van de tv-cultuur. Televisie vervaagt de grens tussen actie en reactie. Kijkend naar de bewegende mensen op de buis in alle huiselijkheid, kan een vorm van onbeschaamdheid creëren. Als ik in het openbaar net zulke opmerkingen zou maken als ik af en toe naar de mensen op tv roep, dan was ik waarschijnlijk vaker in elkaar geslagen.

Soms ben ik bang dat ik de scheidslijn tussen privé en openbaar uit het oog verlies. Dat ik op mijn werk vergeet mijn broek dicht te doen voordat ik het toilet uitkom. Of dat ik in het openbaar vervoer onwillekeurig krab waar het jeukt. Dat soort dingen. Misschien dat die jongen in de trein naar Breda bij het zien van een mooi meisje zich ook even niet meer realiseerde waar hij zich bevond.

Ik ben overigens wel blij dat masturberen in de trein niet usance is en dat de politie er nog steeds voor op komt dagen. Voor hardop praten in een stilte-coupé kun je de gendarmerie niet meer storen. Roken in de trein al helemaal niet. Het knippen van nagels, waarbij de dode stukken balba van de overbuurvrouw mij om de oren vliegen, daar komt geen krantenkop van.

Maar goed.

Ik woon dus in een dorp tegenwoordig. Een Miss Marple-dorp. Vandaar mijn hernieuwde inspiratie om een boek te schrijven. Ik denk het een mysterie wordt.

Wie heeft Juffrouw Jur vermoord? Zoiets.

Een ander mysterie dat mij bezighoudt vandaag is: Hoe komt mijn buik opeens zoveel dikker? Zou mijn wasmachine warmer wassen dan ze beloofd? Dat soort dingen houden mij bezig.

Doe nog maar een biertje.

8 augustus 2015

Ennui

Volgens X. is het òf vakantie, òf verhuizen. Dus dit jaar blijven we thuis.

Geen probleem. Er is hier een kroeg met terras en lekker bier. Alleen de mensen die voorbij lopen zijn niet anoniem en kan ik niet onbeschaamd nastaren. Het is de melkboer of de bakker. Of de dochter van de bakker. Ik zwaai naar iedereen en iedereen zwaait terug.

Dan maar de tablet op schoot. Volgens meerdere bronnen is Mark op vakantie in Zwitserland. Met een vriend. Hoe komt het toch dat meteen de inhoud van de krant een stuk minder interessant is?

Er is die omgevallen kraan waar iedereen naar wil kijken, maar wat niet mag. Er is Donald Trump en zjin grote mond. Verder lijken de wespen zich elk uur te vermenigvuldigen.

Wanneer ik het internet verder uitlees, moet ik concluderen dat er van alles en niets is te beleven maar dat er niet heel veel is om over te schrijven. Een melancholiek gevoel overvalt me. Opeens mis ik Mark. En België.

België?

Tijd voor een ander biertje. Doe er ook maar een portie bitterballen bij.

2 augustus 2015

Nu even niet

Dit jaar ben ik niet naar Pride geweest. Ik had nog niet vermeld dat we tegenwoordig in de polder wonen (oftewel niet in de grote stad). Zo'n Miss Marple dorpje. Nadat je de dorpsentree bent gepasseerd en de bus uitstapt, voel je de wereld op de handrem trekken.

Elke dag moet ik op en neer. Elke keer bij terugkeer besef ik, net als wethouder Eric, hoe vies de grote stad eigenlijk is.

En druk.

Daarom blijft deze oude opa liever thuis in het weekend.

Voor lieden zoals ik heeft men iets speciaals uitgevonden, namelijk: Netflix. Een prachtig systeem dat je in staat stelt om volledige weekeindes te vullen met serie na serie na serie.

Gelukkig is er komkommertijd en mis ik niet zo veel. Ik geloof dat de Grieken nog steeds geld tekort hebben. Maar voor de rest is het een augustus zoals altijd. Samengevat: de Fransen zijn met z'n allen tegelijk de weg opgereden en verbazen zich over de drukte, er wordt gesport, er worden fouten gemaakt bij de politie, er komt een hittegolf, het gaat een keer weer regenen.

Dus trek ik mijn slippers aan en slof ik de tuin in. Een kop koffie in de ene hand, een sigaret in de andere. Ik rek mij ongegeneerd uit, krab wat op mijn hoofd.

De wereld kan nog wel even wachten.

26 juli 2015

Rentree

Zo.

Dat duurde.

Sam, Dave en ik zijn verhuisd. Ik heb ergens gelezen dat verhuizen op nummer drie staat in de top tien van de meest traumatische gebeurtenissen. Bij mij is het met stip naar nummer één verplaatst.

We zijn ingetrokken bij X. Hij woont groter, mooier. Met geïsoleerde muren en dubbel beglaasde ramen. De tuin is gigantisch, heeft niveauverschillen. Ik moet naar beneden lopen om het gedeelte met de kruiden en de groenten te bereiken. Elke dag huppel ik even rond de vijver. Sam en Dave kunnen nog geen genoeg krijgen van het schommelzitje bij de vuurkolf.

Hoewel blij en vrolijk, beginnen de wittebroodsweken een beetje te verkleuren. Ik bedoel dat die fles wijn elke avond samen met de blokjes kaas enorm in de strakke kleren is gaat zitten.

Bovendien moet er wat meer Regelmaat, Rust en Reinheid in huize Polyester komen. Geen andere maand leent zich daar beter voor dan augustus.

Gelukkig is het nog juli.

En kijk, er is nog een bodempje Port en een halve reep chocola om mijn aanstaande rentree in blogland te vieren.

13 maart 2015

Schrijver, schrijft!

Mijn lezers zijn geduldige mensen (dag mam!). Zo nu en dan hoor ik ze zeggen: 'schrijf nog eens iets op je blog.' En dan gaat er weer een hoop tijd voorbij voor ik mijn aars eindelijk in een stoel parkeer.

Ik weet ook niet hoe het komt, maar het is mij allemaal te gek aan het worden. De tijd vliegt. Elk weekend hang ik aan de wijzers om de momenten vast te houden. Door de week wil ik de tijd juist vooruit duwen. Al met al blijkt time management een fulltime bezigheid.

Gelukkig zijn er boeken. Leuke boeken. Ik heb er weer één gevonden. Een homo boek. Het is zo fijn dat er schrijvers zijn. Ondanks wat men beweert, ben ik van mening dat er niet genoeg kunnen zijn. Hoe meer schrijvers hoe groter de kans dat je een schrijver vindt die bij je past.

Ook geloof ik niet in de elite conspiracy: dat een handjevol mensen geboren is met schrijftalent, en de rest van de mensheid pech heeft. Je kunt de smaak van een lezer niet dicteren. Recensenten die zuur doen over boeken zijn burgerlijk en saai. Ten slotte is de standaard van 'smaak' jarenlang bepaald door witte, heteroseksuele mannen. Een standaard die wat mij betreft uitgebreid mag worden, nog verder dan waar hij nu ligt.  

Het is net zoiets als een collega die haar beperkte wereldbeeld opdringt door te zeggen dat de ander zich te 'jong' kleed (dag Cruella!). Of te opzichtig, te sexy, te professioneel, te bladiebla. Collega's en recensenten mogen wat mij betreft hun mond houden.

Tegelijkertijd heb ik een enorme boterberg op mijn hoofd. Ik heb van alles te zeggen over andere mensen. Vooral Mark. Hij fascineert mij en haalt tegelijkertijd de onaangename Statler en Waldorf in mij boven. Laatst bij het invullen van een stemwijzer moest ik weer aan hem denken. Zou hij een potentiële partner eerste zo'n vragenlijst laten invullen voordat hij op een date gaat? Als dat zo is, welke uitslag zou dan een absolute no-go zijn?

De uitslag van mijn stemwijzer verbaasde zelfs mij. Ik had nog nooit gehoord van de partijen die mij werden aangeraden. Zou Mark een latte willen drinken met een linkse rakker? Waar zou het uiteindelijk gaan wringen? Over dat soort dingen droom ik weleens weg.

Gott nytt år

Uiteindelijk is het niet te doen, besloot ik. De verwachtingen zijn te hoog. Na maanden afwezigheid, kun je maar beter gewoon weer beginnen....